|
Lupine nootkatensis
Alaskaanse lupine of:
Akkerlupine of Boerenlupine
Lupine nootkatensis
Veelbloemig, 20 –30 cm. lange
aren met tweezijdig symmetrische bloemen op 1 cm. lange, harige stengeltjes.
Bloemkroon vijfdelig, blauw of paars, het bovenste kroonblad (vlag) met omgebogen
zijden, aan de voorzijde rood met kleine zwarte stippen; zijwaartse zwaarden
bedekken de onderste twee
kroonblaadjes, die een nogal lange, helder paarse kiel vormen. Bloemkelk
harig. Tien meeldraden, onderin vergroeid tot een buis, het boveneinde
omgebogen, met heldergroene helmknopjes. Stamper met één stijl, die bij
rijpheid een 2 – 5 cm. lange, harige, peul vormt. Bladeren handvormig,
langgesteeld, met 5 tot 7 omgekeerd-eirond-lancetvormige blaadjes; steeltjes en
blaadjes harig. Hoogte: 30 – 90 cm. Habitat: Rivieroevers, kiezelzand en
heuvelflanken met arme bodem. Geïntroduceerd en gecultiveerd om arme bodems
vruchtbaar te maken en geërodeerd land te herwinnen. Lijkt op: Geen. Bloeitijd:
Juni – juli. IJslands: Lúpína (Vlinderbloemigenfamilie).
|
|