|
Bosooievaarsbek
Geranium sylvaticum
Bloemen 5-tallig, groot, 1,5
– 2,5 cm. breed. Bloemkroon violet, vrij-kroonbladig. Kelkblaadjes groen, met
brede doorschijnende bladrand, klierachtig, met 2 – 3 mm. lange spitse
bladpunt. Tien meeldraden. Eén stijl met vijfdelige stamper. De langsnavelige
vrucht opent bij rijpheid met vijf kleppen, die van onderaf opkrullen als de
zaden rijp zijn. Stengel gegroefd. Grondbladeren langgesteeld, harig,
dubbel-veerdelig, de lobben diep ingesneden tot getande segmenten. Hoogte:
20 – 50 cm. Habitat: Grazige hellingen, beschutte plaatsen, ravijnen,
berkenkreupelhout en sneeuwnissen in de lagere bergen. Algemeen. Lijkt op:
Geen. IJslands: Blágresi. (Ooievaarsbekfamilie). De Bosooievaarsbek
behoort tot de ondergroei van berkenbossen en moet een veel groter
verspreidingsgebied gehad hebben toen de berken en wilgen nog over het gehele
land opgaand hout vormden. In ontboste gebieden heeft deze plant kans gezien in
laagtes, die in de winter met sneeuw bedekt zijn, te overleven.
|
|