|
Zeelathyrus
Lathyrus japonicus ssp. maritimus
Bloemen tweezijdig
symmetrisch, 2 – 2,5 cm. lang, doorgaans twee tot vier bloemen in een tros aan
een lange steel in de bladoksels. Vijf kroonblaadjes, de bovenste een grote
teruggebogen vlag, meer dan 1 cm. breed. Bloemkelk 8 – 9 cm. lang, met vijf
gepunte lobben. Tien meeldraden. Eén stamper, die rijpt tot een grote platte
peul. Peul 4 – 7 cm. lang, met toegespitste top. Bladeren geveerd met drie tot
vier paar blaadjes; blaadjes eirond tot ovaal 15 – 20 mm. lang en 5 – 10 mm.
breed, waarbij het een-na-laatste en het eindstandige blaadje vaak zijn
omgevormd tot ranken. Steunblaadjes
ogen vervormd-hartvormig of driekantig, doorgaans 1. cm. breed en 1,5 cm. lang.
Hoogte: 15 – 25 cm. Habitat: Zandige bodem, doorgaans vlakbij de
kust, soms op kliffen. Tamelijk zeldzaam. Lijkt op: Heggewikke: de
Zeelathyrus onderscheidt zich met grotere en rodere bloemen en kleinere bredere
blaadjes. Bloeitijd: Juli. IJslands: Baunagras
(Vlinderbloemigen): de Zeelathyrus bindt stikstof uit de lucht met behulp van
bacteriën in de wortelknolletjes. De Zeelathyrus draagt er toe bij dat het
stikstofaanbod in de bodem wordt aangevuld, zoals veel vlinderbloemigen dat
doen. Grote groene lapjes grond met gras kunnen soms in de zandduinen nabij de
zee worden waargenomen, bijvoorbeeld op Hornstrandir in Noordwest-IJsland, waar
de Zeelathyrus zichzelf heeft gevestigd. De Zeelathyrus is eetbaar voor
schapen, maar wel kwetsbaar bij continue begrazing.
|
|