|
Rode klaver
Trifolium pratense
Bloemen tweezijdig symmetrisch in veelbloemige eivormige tot ronde, 2,5 – 3 cm. brede
korfjes. Bloemkroon rood, 12 – 16 mm. lang. Bloemkelk 7 – 8 mm., met
teruggeslagen haren, tot op de helft gespleten in vijf lijnvormige segmenten
met lange doornachtige haren, van onderen buisvormig. Tien meeldraden, één
stamper. Bladeren verspreid, de meeste bij de stengelvoet, handvormig, met drie
omgekeerd-eironde tot ovale, 2 – 3,5 cm. lange dunbehaarde blaadjes.
Steunblaadjes vormen een vliezige tot lichtgroene donkernervige schede die
eindigt in een lange stekel. Hoogte: 20 – 40 cm. Habitat: Grazige
weiden en gecultiveerde woonerven, ingevoerd en deels ingeburgerd. Tamelijk
zeldzaam. Lijkt op: Basterdklaver heeft (bijna) compleet witte
bloemkorfjes. De Rode klaver onderscheidt zich door de kelkbuis met
teruggeslagen haren; bij de Basterdklaver en Witte klaver is de kelkbuis
vrijwel haarloos. Bloeitijd: Juli – augustus. IJslands:
|
|