|
Stengelloze silene
Silene acaulis
Plant vormt compacte, rondlopende, vaak kussenvormige pollen met uitstekende scheuten
en kortgesteelde bloemen. Bloemkroon met vrije kroonblaadjes, roodachtig tot
roze, 8 – 10 mm. breed. Kroonblaadjes stomp of ietsje ingekeept. Bloemkelk
vergroeid-kelkbladig, klokvormig, met vijf korte ronde lobben, roodachtig van
boven, groen van onderen. Tien meeldraden. Eén 3-stijlige stamper; vrucht een
cilindrische doosvrucht. Bladeren in rozetten, lijnvormig, 5 – 15 mm. lang en, 1
– 2 mm. breed, scherp gepunt met kleine tanden of haren aan de bladrand. Hoogte:
De pollen zijn vaak 15 – 40 cm. overdwars bij een hoogte van 5 – 10 cm. Habitat:
Zandige of kiezelzandige doorgaans droge bodem, op het zuiden geëxponeerde
hellingen rotsrichels, arme weidegronden. Zeer algemeen. Lijkt op:
Purperen steenbreek : de Stengelloze silene
onderscheidt zich door haar langere en lijnvormigere bladeren en haar
kussenvorm; de bladeren hebben geen eindstandige witte klier zoals de Purperen
steenbreek. Bloeitijd: Mei – juni. IJslands: Lambagras
(Anjerfamilie) – De ronde pollen van de Stengelloze silene zijn bijzonder en
markeren met hun roze bloemen de geërodeerde heuvels in de lente. Een
diepgewortelde penwortel steekt vanaf het midden van de pol naar beneden.
Vroeger werd ze in tijden van hongersnood gebruikt als voedsel.
|
|