Veenwortel

Persicaria amphibia (=Polygonum amphibium)

Rijzige gladde waterplant. Veelbloemige aar aan de stengeltoppen; bloemkroon 5-tallig, kelkblaadjes roodroze, stomp. Vijf meeldraden, stamper met twee aan de voet vergroeide stijlen. Bladeren smal, eirond tot lancetvormig, verspreid, 4 – 13 cm. lang en 1,5 – 3 cm. breed, grijsgroen of met een zweem rood, langgesteeld met een schede aan de voet; bladschijf met een duidelijke middelnerf en regelmatige zijnerven. Hoogte: 20 – 60 cm. Habitat: Meren of grote plassen. Zeer zeldzaam.Lijkt op: Gemakkelijk te herkennen aan de bloem, de bladeren lijken op die van de fonteinkruiden (Ongelijkbladig fonteinkruid, Rossig fonteinkruid, Drijvend fonteinkruid, Doorgroeid fonteinkruid, Langstengelig fonteinkruid, Draadbladig fonteinkruid en Tenger fonteinkruid), maar verschillen met de duidelijk veernervige bladeren, doorgaans met een stompe tot afgeknotte bladvoet. Alle fonteinkruiden hebben parallelnervige bladeren. Bloeitijd: Juli. IJslands: Tjarnablaðka (Fonteinkruidenfamilie?). – A. Gevlekte duizendknoop (Perzikkruid??), Persicaria maculata (=Polygonum maculatum), is verwant aan de Veenwortel, maar is een exotische landplant. De bladeren zijn lancetvormig, spits, taps toelopend naar een kort steeltje. De bladscheden zijn behaard, vliezig. De bloemen zijn roodroze, met een veelbloemige tros aan de stengeltop. Komt op verscheidene plaatsen met thermale bodem voor, nabij hete bronnen en warme stroompjes en als kruid rond kassen. IJslands: Flóajurt.