Gletsjerranonkel

Ranunculus glacialis

Bloemen 2 – 2,5 cm. breed, doorgaans één per stengel. Bloemkroon met vijf kroonblaadjes, soms meer. Kroonblaadjes eerst wit, dan rood tot donkerpaarsrood. Kelkblaadjes stomp, met een dichte laag bruine haren. Vele gele meeldraden en een groot aantal stampers. Bladeren langgesteeld, handvormig gelobd of gespleten, zonder haren, glimmend; lobben stomp. Hoogte: 8 – 15 cm. Habitat: Taluds, stenige bodem en kliffen hoog in de bergen. Tamelijk algemeen boven 600 á 700 m. +NAP. Lijkt op: Geen. Bloeitijd: Juni. IJslands: Jöklasóley (Ranonkelfamilie) – De Gletsjerranonkel heeft grotere en glimmender bloemen dan andere bergplanten op IJsland. Ze komt voor tot op 1600 m. +NAP. Ze komt soms met bergstortingen mee omlaag en kan zich soms staande houden in kiezelzandige rivierbeddingen in het laagland. Heeft een voorkeur voor de Tertiaire bazaltbergen boven de jongere palagonieten bergen van de actieve vulkanische zone.