Poolhoornbloem

Cerastium arcticum

Bloemen 1 - 1,5 cm. breed. Vijf kroonblaadjes, 6 - 8 mm. lang, spits, knopklierharen, met vliezige bladrand. Tien meeldraden, één 5-stijlige stamper. Vrucht is een 10-tandige doosvrucht. Stengel met knopklierharen en tegenoverstaande, 0,8 - 1,5 cm. lange en 4 - 8 mm. brede bladeren. Bladeren omgekeerd-eirond of ovaal, ongesteeld, vooral de bladrand harig. Hoogte: 5 - 15 cm. Habitat: Kiezelzandige bodem in de bergen. Algemeen boven 600 m. + NAP. Lijkt op: Alpenhoornbloem: de Noordse hoornbloem is helderder groen, minder donsharig; de bodem van de bloemkelk is breder en ronder, de vrucht korter en breder. Deze twee soorten kunnen niet makkelijk van elkaar worden onderscheiden, maar niet vergeten moet worden dat de Poolhoornbloem zich beperkt tot grotere hoogten. De Alpenhoornbloem wordt zowel in het hoogland als in het laagland aangetroffen. Bloeitijd: Juni - juli. IJslands: Fjallafræhirna. (Anjerfamilie).