|
Grasmuur
Stellaria graminea
Bloemen 10 - 14 cm. breed. Vijf witte kroonblaadjes, bijna geheel gespleten, dus schijnbaar tien blaadjes.
Kelkblaadjes 3-nervig, met vliesrandje. Tien meeldraden met roodbruine helmknopjes. Stamper drie- of
4-stijlig. Schutblaadjes vliezig, met een behaarde bladrand rond de bladvoet. Stengels tenger, vierkantig,
herhaaldelijk vertakt met tegenoverstaande zittende bladeren.; de bladeren lancetvormig, breder nabij de
bladvoet, taps toelopend tot een toegespitste punt, 15 - 20 mm. lang. Hoogte: 20 - 50 cm. Habitat:
Woonerven, wegbermen en grazige wegbermgreppelbeekjes. Ingevoerd, maar wijdverspreid gevestigd rond
boerderijen en in dorpen. Lijkt op: Dikbladige muur: de Grasmuur onderscheidt zich met het vliesrandje,
de behaarde schutblaadjes, de grotere bloemen en de langere bladeren met een bredere bladvoet. Bloeitijd: Juni
- juli. IJslands: Akurarfi. (Anjerfamilie). - De Grasmuur is een van de recentere exoten op IJsland, maar heeft
zich gedurende de laatste decennia buitengewoon snel verspreid over het IJslandse platteland.
|
|