|
Gewone spurrie
Spergula arvensis
Bloemen 5-tallig, 4 - 6 mm. breed. Kroonblaadjes wit, ietsje langer dan de kelkblaadjes, stomp. Kelkblaadjes
groen of roodgetint, met smal vliesrandje. Vijf of tien meeldraden. Eén 5-stijlige stamper, de vrucht splitst bij
rijpheid in vijf kleppen. Stengels klierachtig. Bladeren priemvormig, 1 - 4 cm. lang, doorgaans zes tot acht of
meer in kransen rond de stengel. Hoogte: 5 - 25 cm. Habitat: Open, matig vochtige bodem, verlaten plaatsen,
wegbermen. Wijdverspreid in het zuiden van het land, elders zeldzaam. Lijkt op: Zilte schijnspurrie (zie onder).
Bloeitijd: Juli. IJslands: Skurfa. (Anjerfamilie). - A. Zilte schijnspurrie, Spergularia marina, is een zeer
zeldzame soort die op de Gewone spurrie lijkt, maar delicater is met een 3-stijlige stamper. Komt alleen
voor op kusten en modderbanken langs de kust. IJslands: Flædaskurfa.
|
|