|
Zeepostelein
Honckenya peploides
Bloemen 5-tallig, 8 – 15 mm. breed. Kroonblaadjes wit, omgekeerd-hartvormig tot
spatelvormig, met een smalle nagel; kelkblaadjes even lang als of langer dan de
kroonblaadjes, groen, eirond, spits. Tien meeldraden, één
stamper met drie (of vier) stijlen. Vrucht is
een tamelijk grote, bolronde, groene doosvrucht, die op een bes lijkt. Alle
bloemen van één plant hebben doorgaans òf steriele stampers òf steriele
meeldraden en zijn zo functioneel gezien eenslachtig. Stengel met twee
lengtegroeven, bijna vierkantig, glad. Bladeren eveneens glad, dik en vlezig,
ovaal, eirond of omgekeerd-eirond, gaafrandig, zittend, tegenoverstaand, 1 –
2,5 cm. lang en 5 – 15 mm. breed. Hoogte: 15 – 20 cm., doorgaans met
herhaaldelijk vertakte ondergrondse stengels, waardoor één enkele plant wel ¼ m2
kan bedekken. Habitat: Zandige stranden langs de gehele kustlijn. Soms
ook kilometers uit de kust als het zand landinwaarts reikt, maar meestal alleen
langs de kust. Lijkt op: Gemakkelijk te onderscheiden aan de dikke,
vlezige, groene of geelgroene bladeren en aan de habitat. Bloeitijd:
Juni. IJslands: Fjöruarfi. (Anjerfamilie).
|
|