|
Moerasbieslelie
Tofieldia pusilla
Veel geelwitte bloemen, dicht tezamen in een korte, bijna bolronde eindstandige aar (5 - 7 mm.)
aan een bladerloze stengel. Zes bloembekleedselbladeren, ovaal tot
lancetvormig, 2 – 3 mm. lang. Zes meeldraden. Eén enkele stamper van drie
vruchtbladen, met drie stempels; vrucht 3 mm. lang, splitst bij rijpheid open
met drie gebogen kortgesnavelde tanden. Alleen grondbladeren, 2 – 3 mm.
lang en 2 mm. breed, zwaardvormig, rechtopstaand, gaafrandig, tezamen in een
ventilator-vormige krans. Hoogte: 8 – 18 cm. Habitat: (Moer)heidelandschap
en wei(lan)den. Lijkt op: Gemakkelijk herkenbaar aan de ordening van de
bladeren in één vlak, hetgeen uniek is onder de inheemse IJslandse planten. Bloeitijd:
Juni. IJslands: Sýkigras. (Leliefamilie).
|
|