|
Gewoon barbarakruid
Barbara vulgaris
Bloemen in trossen in de bladoksels. Kroonblaadjes geel, 4 – 7 mm. lang. Kelkblaadjes
slechts half zo lang, groenig, stomp, met vliesrandje. Zes meeldraden. Eén
stamper, de vrucht is een 15 – 25 cm. lange, tengere, hauw. Stengel gegroefd,
glad, met verspreide bladeren. Bovenste stengelbladeren en grondbladeren
gesteeld, geveerd, met een groot bijna cirkelrond eindblaadje en één tot drie
paar kleine zijblaadjes. Hoogte: 25 – 50 cm. Habitat: Exoot nabij
huizen en boerderijen, in tuinen en ingezaaide woonerven. Tamelijk zeldzaam. Lijkt
op: Lijkt op sommige (buitenlandse) exoten van de kruisbloemigenfamilie,
zoals de Carlock (niet op deze webstek beschreven). Bloeitijd: Juli. IJslands:
Garđableikja (Kruisbloemigenfamilie).
|
|