|
Alpenvrouwenmantel
Alchemilla alpina
Vele bloemen gegroepeerd in de bladoksels. Bloemen 4-tallig, 2,5 – 3,5 mm. breed.
Kroonblaadjes afwezig. Vier kelkblaadjes, gelig groen, kruisgewijs gearrangeerd
met een plukje haren bij de punt. Korte tengere bijkelkblaadjes tussen de
kelkblaadjes. Vier meeldraden, één stamper met één stijl in zijwaartse positie.
Bladeren langgesteeld (5 – 10 cm.), handvormig, met 5 – 7 blaadjes. Blaadjes
1,5 – 2 cm. lang, met een getande top, van onderen dicht zilverharig, van boven
donkergroen en spaarzaam behaard of glad. Tamelijk dikke wortelstok met
vliezige donkerbruine schubbladeren. Hoogte: 5 – 15 cm. Habitat:
Laagtes in hellingen, sneeuwnissen, puinhellingen en geërodeerde bodem.
Algemeen. Lijkt op: Gewone vrouwenmantel:
alleen de bloemen lijken
op elkaar, de bladeren verschillen. Bloeitijd: Juni. IJslands:
Ljónslappi of Ljónslöpp (Rozenfamilie).
|
|