Knolrus

Juncus bulbosus

Meerjarige plant met zeer variabel uiterlijk, afhankelijk van een groeiplek in vochtige bodem of onder water. In ondergedoken toestand vormt de plant dichte bosjes van lange (10 – 20 cm.) priemvormige bladeren (0,1 – 0,5 mm.); bloemen vaak onvolledig en soms levendbarend. In modder met alleen bodemwater heeft de plant kortere en dikkere doorgaans roodachtige bladeren (0,5 – 1,5 mm.); groepjes van 3 – 7 bloemen zijn dan regelmatiger. Zes bloembekleedselbladeren, rood of groen, met transparante of bruinige vliezige bladrand , spits. Drie meeldraden, een enkele stamper met driedelig stempel. Vrucht afgeknot, met korte eindstandige punt. Vormt vaak broedbolachtige verdikkingen in de schedes van de grondbladeren. Hoogte: 5 – 30 cm., afhankelijk van de waterdiepte. Habitat: Modder langs plas- of meeroevers òf ondergedoken op de bodem. Behoorlijk wijdverspreid, maar zelden in het noorden. Lijkt op: Geen. Bloeitijd: Juli. IJslands: Hnuðsef (Russenfamilie).