|
Groene nachtorchis
Coeloglossum viride
Bloemen in één tros aan de stengeltop, onderstandig. Drie buitenste
bloembekleedselbladeren ovaal, roodachtig bruin of violet getint, 4 – 6 mm.
lang en 2 – 3 mm. breed; twee van de binnenste bloembekleedselbladeren wijzen
omhoog, 1 mm. breed, stomp gepunt, maar één (de lip) wijst omlaag, 7 – 8 mm.
lang, 3-lobbig, de middelste lob korter dan de beide andere. Stamper onder het bloembekleedsel, langwerpig,
verdraaid. Vrucht met talloze extreem kleine zaden. Stengel glad met enkele
parallelnervige bladeren; de bovenste smal-lancetvormig, de onderste breder,
1,5 – 2 cm., ovaal tot omgekeerd eirond, met een zilverachtige glans aan de
onderzijde. Hoogte: 12 – 25 cm. Habitat: Vruchtbare laagtes op
hellingen, open-heideveld en kreupelhout, algemener richting gebergte
dan richting laagland. Lijkt op: Noordse nachtorchis
en Witte muggenorchis: de Groene nachtorchis onderscheidt zich door de vorm van de
lip en de roodachtig bruine bloemen. Bloeitijd: Juni – juli. IJslands:
Barnarót (Orchideeënfamilie).
|
|