|
Jeneverbes
Juniperus communis
Tweehuizige dwergstruik met naaldvormige bladeren; naalden 8 – 12 mm. lang, 1 – 2 mm.
breed, toegespitst, ingerold bij de punt en van onderen schuitvormig gevouwen.
Vele mannelijke bloemen in zeer kleine (2 – 3 mm.) kegelbessen in de
bladoksels. Kegelbesbladeren geelbruin, driehoekig tot ruitvormig. Vrouwelijke
bloemen eveneens gevormd in kleine kegelbessen; alleen de drie bovenste kegelbesschubbladen
zijn vruchtbaar en (ver-)groeien tot een grote besachtige vrucht van ongeveer 8
mm. breed; de bessen zijn eerst groen en later blauw. De onderste vrouwelijke
kegelbesbladeren vormen samen een klein aanhangsel dat vastzit aan de basis van
de bes. Hoogte: 30 – 120 cm. Habitat: Open-heideveld,
lavavelden, kreupelbos en aan de voet
van heuvels. Algemeen. Lijkt op: Geen. IJslands: Einir (Cipresfamilie).
|
|