|
Dennenwolfsklauw
Huperzia selago
Verscheidene
dichtbebladerde, kruipende of rechtopstaande vingerdikke stengels, die
hoofdzakelijk bij de voet vertakken, maar soms ook wat hogerop. Bladeren 6 – 8
mm. lang en 1 – 1,5 mm. breed, gaafrandig, naaldvormig, scherp. Vruchtbare
bladeren hebben dezelfde vorm als steriele bladeren, uiteengestrooid in het
bovenste deel. Kleine spruiten worden hier en daar in de bladoksels gevormd,
met bredere stompe bladeren. Hoogte: 5 – 12 cm. Habitat: Open-heideveld,
depressies, tussen keien en rotsblokken in de bergen. Tamelijk algemeen. Lijkt
op: Stekende wolfsklauw: de Dennenwolfsklauw onderscheidt zich met
sporendoosjes die lukraak over de stengel verspreid zitten, met de spruiten en
met het nooit vormen van verlengde uitlopers (zoals bij de Stekende
wolfsklauw). IJslands: Skollafingur (Wolfsklauwenfamilie).
|
|