Alpenwolfsklauw

Diphazium alpinum

Lange kruipende stengels met spreidende takken. Bladeren 3 - 4 mm. lang, ingerold, doorgaans met stompe bladpunt, teruggeslagen, de scheuten lijken zodoende smaller dan bij andere wolfsklauwen. Sporendoosjes in de oksels van vruchtbare bladeren in eindstandige aren. Vruchtbare bladeren met brede bladvoet, spits, met onregelmatig getande bladrand, elk blad draagt één sporendoosje. Hoogte: Rechtopstaande takjes 8 - 15 cm., kruipende stengels langer dan 50 cm. Habitat: Laagtes en sneeuwnissen, ook in dwergstruweel-heideveld, maar alleen in gewesten met een langdurig sneeuwdek. Tamelijk algemeen. Lijkt op: Geen. IJslands: Litunarjafni (Wolfsklauwfamilie).