|
Fioringras
Agrostis stolonifera
Kruipend gras, vaak met lange uitlopers. Tere pluim, roodachtig bruin, 3 - 10 cm. lang, tamelijk compact, met
korte rechtopstaande takjes. Aartje 1-bloemig. Kelkkafjes roodachtig bruin of
paarsachtig, 3 - 3,5 mm. lang, 1-nervig, spits, gerond; de nerf heeft vaak naar
boven gerichte stekeltjes aan de buitenzijde. Bovenste kroonkafje wit, tweemaal
zo lang als het onderste kroonkafje, met een korte knievormige kafnaald met de
knik boven het midden. Bladeren 1,5 - 4 mm. breed, tongetje 2 - 3 mm. lang. Hoogte:
15 - 40 cm. Habitat: Klamme bodem, geul- en meeroevers, periodiek
overstroomd moerasgebied, maar ook droog grasland. Algemeen. Lijkt op:
Andere struisgrassen (Gewoon struisgras
en Moerasstruisgras): het Fioringras onderscheidt zich door de
compactere pluim en de uitlopers, die het sterkst geprononceerd zijn in natte
habitats. Aartjes zonder lange kafnaald, tongetje korter dan die van het Gewoon
struisgras. Bloeitijd: Juli. IJslands: Skrúðlíngresi (Grassenfamilie).
|
|