|
Mannagras
Glyceria fluitans
Hoog gras met lange tengere tamelijk losse pluim. Aartjes 10 - 25 cm. lang, 8- tot 12-bloemig. Kelkkafjes
kort (2 - 4 mm.), vliezig, groenachtig of transparant. Bovenste kroonkafje 5-
tot 7-nervig, groen, 5 - 7 mm. lang, met stompe of versleten punt, kortharig,
bladrand vliezig in de bovenste helft. Halmen 4 - 6 mm. dik. Bladeren 4 - 10
mm. breed. Tongetje 6 - 10 mm. lang. Hoogte: 50 - 100 cm. Habitat:
Ontwateringsgreppels en andere watergangen, kleine meren. Alleen in het zuiden.
Lijkt op: Geen. Bloeitijd: Juli - augustus. IJslands:
Flóðapuntur (Grassenfamilie).
|
|