|
Blauw beemdgras
Poa glauca
Pluim blauwachtig, tamelijk smal, 4 – 8 cm. lang. Aartjes 3- tot 5-bloemig.
Kelkkafjes 3 – 4 mm. lang, donkerviolet, scherp gevouwen, spits, 3-nervig.
Bovenste kroonkafje van onderen en bij de nerven harig. Halmen in bosjes,
doorgaans gebogen, stijf en ruw, duidelijk blauw in de bovenste helft, bladerig
in de onderste. Tongetje kort, 1 mm.. Bladeren tamelijk smal, 1,5 – 3 mm. Hoogte:
15 – 35 cm. Habitat: Kiezelzand, dagzomende rotsen en kliffen. Algemeen.
Lijkt op: Wuifgras. Blauw beemdgras, dat in de
schaduw groeit, lijkt vaak op Schaduwgras (zie onder). Bloeitijd: Juni –
juli. IJslands: Blásveifgras (Grassenfamilie). – A. Schaduwgras, Poa
nemoralis, is groener, met langere en tengerder halmen dan het Blauw
beemdgras, de halm heeft meer bladeren (4 – 5), de pluim is minder vertakt
met minder aartjes. Aangetroffen in bosgebied en in lavaspleten. Deze soort kan
niet altijd duidelijk worden onderscheiden van Blauw beemdgras. IJslands:
Kjarrsveifgras.
|
|