|
Smeltwatergras
Phippsia algida
Zeer laag gras in kleine bosjes.
Halmen liggend, spreidend of rechtopstaand. Pluim tenger, lijkt op een aartje.
Aartjes doorgaans 1-bloemig. Kelkkafjes zeer kort (0,2 - 0,5 mm.), soms slechts
één aanwezig. Bovenste kroonkafje langer (1 - 1,5 mm.) en breder, groen tot
paarachtig, met lichtbruine vliezige bladrand, top stomp , puntig of spits.
Bladeren 1 - 2 mm. breed, met een boegvormige top; tongetje 1 mm. Hoogte:
2 - 8 cm. Habitat: Kale grond, natte kiezelzandige bodem of in oppervlakkige
stroompjes van smeltende sneeuw. Pionierplant van nieuw begroeide
rivierbeddingen. Tamelijk zeldzaam, alleen op grote hoogte of op de Centrale
Hooglanden. Lijkt op: Doet denken aan Watergras, maar mist
wortelende uitlopers; bovenste kroonkafje zonder nerven. Bloeitijd:
Juli. IJslands: Snænarfagras (Grassenfamilie).
|
|