|
Zandhaver
Leymus arenarius
Hoog zeer ruw gras met een 12- 20 cm. lange en 10 – 18 mm. brede eindstandige aar.
Aartjes doorgaans 3-bloemig, soms met een vierde steriele bloem. Kelkkafjes
lancetvormig, spits, 15 – 20 mm. lang, vaak ietsje harig. Bovenste kroonkafje
dicht behaard; de onderste kroonkafjes even lang als de kelkkafjes, de bovenste
korter, spits, zonder kafnaald. Helmknopjes violet, ongeveer 5 mm. lang. Halmen
zeer sterk, glad. Bladeren 5 – 10 mm. breed, de zijkanten buigen bij droog weer
naar binnen; scheutbladeren doorgaans smaller. Hoogte: 50 – 90 cm. Habitat:
Zand, vooral zich verplaatsend zand, zandige lavavelden en kusten. Lijkt op: Zachte
zandhaver (zie onder). Bloeitijd: Juni. IJslands: Melgresi
(Grassenfamilie). A. Zachte zandhaver, Leymus mollis, is
nauw verwant aan de Zandhaver, maar het bovendeel van de halm is harig. Ze is
op IJsland gezaaid voor de landherwinning; zeer zeldzaam. IJslands:
Dúnmelur.
|
|