|
Gewone waterbies
Eleocharis palustris ssp. palustris
Tamelijk grote plant met een 1 - 1,8 cm. lange, bruine tot roodachtig bruine, eindstandige aar. Twee stompe
kafjes onder de aar, met vliezige bladrand en groene middelnerf, elk omvat
ongeveer de helft van de stengel. Schutblaadjes spits, roodachtig bruin. Zes
minuscule stekels in plaats van een bloembekleedsel. Stamper gesnaveld, met
twee stempels. Zes meeldraden. Halm rond, hol, met bladschijfloze bruingerande
bladschede nabij de voet. Hoogte: 20 - 70 cm. Habitat:
Meerinlaten, plassen en stroompjes met ondiep water. Algemeen. Lijkt op:
Slanke waterbies (zie onder). Bloeitijd: Juni - juli. IJslands:
Vatnsnál (Cypergrassenfamilie). - A. Slanke waterbies, Eleocharis
palustris ssp. uniglumis, lijkt op de Gewone waterbies, maar wordt meestal
aangetroffen in draslanden, vooral nabij de zee. Ze is doorgaans kleiner, met
een kortere aar; ze kan het best worden onderscheiden door het onderste
kroonkafje, dat de stengel geheel omvat, terwijl bij de Gewone waterbies het
onderste kafje de stengel slechts half omvat. IJslands: Vætusef of
Vætuskúfur (N.B. deze namen worden soms verwisseld met Vatnsnál!).
|
|