|
Driestijlige hoornbloem
Cerastium cerastoides
Bloemen 7 - 10 mm. breed. Kroonblaadjes wit, 7 - 8 mm. lang, tweelobbig. Kelkblaadjes 5 mm. lang, met
vliezige bladrand. Tien meeldraden, gele helmknopjes. Eén stamper met drie tot vier (zelden vijf) stijlen.
Stengel en bloemkelk bedekt met knopklierharen. Bladeren tegenoverstaand, glad, langwerpig, of lancetvormig,
stomp; de bladparen doorgaans naar dezelfde kant gebogen. Hoogte: 3 - 6 cm., de stengels doorgaans
knikkend. Habitat: Vochtige bodems, langs kleine kreekjes; in mosrijke koude bronnen. Algemeen op grotere
hoogten. Lijkt op: Onderscheidt zich van de Alpenhoornbloem
en de Poolhoornbloem met de
zijwaarts gebogen, gladde bladparen en minder stijlen. Bloeitijd: Juni. IJslands: Lækjafræhirna.
(Anjerfamilie).
|
|