|
Mannetjesvaren
Dryopteris filix-mas
Dikke horizontale wortelstok met grote rechtopstaande dubbelveerdelige varenbladeren
die wel 1 m. lang kunnen worden. Zijwaartse blaadjes ongeveer 10 cm. lang en
bij de bladvoet 2 – 2,5 cm. breed, taps
toelopend naar de bladpunt toe. Tweede-orde-blaadjes getand, met 5 – 10
ronde sori (sporendoosjes) in twee rijen aan de onderzijde. Indusium blijvend,
ietsje niervormig tot bijna rond, het midden van een sporendoosje overdekkend.
De steel vormt een kwart of meer van de lengte van het varenblad, aan de voet
bedekt met bruine schubjes. Hoogte: 30 – 80 cm. Habitat:
Lavaspleten en kloven, grazige hellingen en bosgebied. Tamelijk zeldzaam. Lijkt
op: Wijfjesvaren: de Mannetjesvaren onderscheidt zich door minder
ingesneden tweede-orde-blaadjes en het grote niervormige indusium;
Brede stekelvaren. IJslands: Stóriburkni (Niervarenfamilie).
|
|